10 juli 2013
Met een normale telescoop voor ‘zichtbaar’ licht zien we maar een klein deel van alle materie in het heelal. Om een compleet beeld te krijgen van alles wat het heelal ons te bieden heeft, moeten we kijken naar alle verschillende soorten licht die uit de nachthemel op ons neerkomen. Radio-, röntgen- en infraroodstraling zijn voorbeelden van andere soorten licht. Ze lijken op normaal licht, maar we kunnen ze niet zien met onze ogen; ze zijn onzichtbaar. Het is net als bij geluid: mensen kunnen te hoge en te lage tonen niet horen.
Zonder de telescopen die deze exotische soorten licht opvangen, zouden wij een groot deel van de objecten in het heelal niet zien. De rode wolk op de foto was bijvoorbeeld onzichtbaar, totdat een infraroodtelescoop hem tegenkwam en vastlegde in dit plaatje: een spectaculair gebied dat is gevuld met slierten van gas en stof. Na de ontdekking besloten astronomen om dieper in deze dikke wolk te kijken met de ALMA-telescoop, die radiogolven opvangt. Ze hadden totaal niet verwacht een kolossale, groeiende ster te vinden in deze stoffige mist.
De instortende wolk bevat meer dan vijfhonderd keer zo veel materie als onze Zon. Hij is daarmee een van de grootste in de Melkweg! De groeiende baby-ster in de wolk doet zich gretig tegoed aan de stofwolk. Uiteindelijk zal hij naar verwachting een heel heldere ster worden die meer dan honderd keer zo zwaar is als de Zon! Slechts een op de tienduizend sterren in onze Melkweg wordt zo groot!
Geinig weetje: De zwaarste ster die ooit is gevonden heet ‘R136a1’. Dit gigantische monster is 265 keer zwaarder dan de Zon en bijna 10 miljoen keer zo helder! Als hij in het centrum van ons Zonnestelsel stond, dan zouden we allemaal verblind worden.