Persbericht
VISTA vindt 96 achter stof verscholen sterrenhopen
ESO’s infrarood-surveytelescoop graaft diep in stervormingsgebieden
3 augustus 2011
Met behulp van gegevens van de VISTA infrarood-surveytelescoop van de ESO-sterrenwacht op Paranal heeft een internationaal team van astronomen 96 nieuwe open sterrenhopen ontdekt, die zich schuilhielden achter het stof in de Melkweg. Deze kleine, zwakke objecten waren bij eerdere zoekacties niet opgemerkt. Aan de gevoelige infrarooddetectors van de grootste surveytelescoop ter wereld, die door stof heen kan kijken, konden zij echter niet ontsnappen. Het is voor het eerst dat in één keer zoveel zwakke, kleine sterrenhopen zijn ontdekt.
Dit resultaat komt slechts één jaar na de start van het VISTA Variables in the Via Lactea-programma (VVV) [1], een van de zes openbare surveys met de nieuwe telescoop. Het zal worden gepubliceerd in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics.
‘Deze ontdekking benadrukt het vermogen van VISTA en de VVV-survey om sterrenhopen op te sporen, in het bijzonder in de stofrijke stervormingsgebieden van de Melkweg. VVV gaat veel dieper dan andere surveys,’ zegt Jura Borissova, hoofdauteur van het onderzoek.
De meeste sterren van meer dan een halve zonsmassa ontstaan in groepen, die open sterrenhopen worden genoemd. Deze sterrenhopen zijn de bouwstenen van sterrenstelsels en zijn cruciaal voor het ontstaan en de evolutie van stelsels zoals het onze. Sterrenhopen ontstaan in stofrijke gebieden die bijna al het zichtbare licht van de jonge sterren verstrooien en absorberen, waardoor deze onzichtbaar zijn voor de meeste hemelsurveys. Maar niet voor de 4,1-meter VISTA-infraroodtelescoop.
‘Om jonge sterrenhopen te kunnen opsporen, hebben we onze zoektocht geconcentreerd op bekende stervormingsgebieden. In delen die bij eerdere surveys in zichtbaar licht leeg leken, hebben de gevoelige infrarooddetectors van VISTA veel nieuwe objecten ontdekt,’ voegt Dante Minniti, hoofdwetenschapper van de VVV-survey, toe.
Met nauwkeurige computersoftware was het team in staat om de voorgrondsterren die voor elke sterrenhoop stonden uit de beelden te verwijderen, zodat de echte leden van de sterrenhoop geteld konden worden. Daarna inspecteerden zij de beelden visueel, om de afmetingen van de sterrenhopen te kunnen bepalen. Van de meest sterrijke sterrenhopen maten zij ook afstand, leeftijd en de roodverkleuring van hun licht, die door interstellair stof tussen de sterrenhopen en ons wordt veroorzaakt.
‘We ontdekten dat de meeste van deze sterrenhopen erg klein zijn en slechts 10 à 20 sterren bevatten. Vergeleken met doorsnee open sterrenhopen zijn ze erg zwak en compact – het stof op de voorgrond van deze sterrenhopen zorgt ervoor dat zij in zichtbaar licht 10.000 tot 100 miljoen keer zwakker lijken. Geen wonder dat ze niet eerder zijn gevonden,’ legt Radostin Kurtev, een van de andere teamleden uit.
Sinds de oudheid zijn in het Melkwegstelsel pas 2500 open sterrenhopen ontdekt. Maar astronomen schatten dat er misschien nog wel 30.000 verscholen zitten achter stof en gas. Hoewel heldere en grote open sterrenhopen gemakkelijk worden opgemerkt, is dit pas voor het eerst dat zo veel zwakke, kleine sterrenhopen tegelijk zijn gevonden.
Bovendien zouden deze 96 nieuwe open sterrenhopen wel eens het topje van de ijsberg kunnen zijn. ‘We zijn net begonnen om met geavanceerdere automatische software naar minder geconcentreerde, oudere sterrenhopen te zoeken. Ik ben ervan overtuigd dat we er nog veel zullen vinden,’ aldus Borissova.
Noten
[1] Sinds 2010 tast het VISTA Variables in the Via Lactea-programma (VVV) de centrale delen van de Melkweg en de zuidelijke helft van de galactische schijf af in het infrarood. Dit programma heeft in totaal 1929 uur waarneemtijd toegewezen gekregen, verspreid over een periode van vijf jaar. Via Lactea is de Latijnse naam voor de Melkweg.
Meer informatie
Dit onderzoek wordt gepresenteerd in het artikel ‘New Galactic Star Clusters in the VVV Survey’, dat in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics zal verschijnen.
Het onderzoeksteam bestaat uit J. Borissova (Universidad de Valparaíso, Chili), C. Bonatto (Universidade Federal do Rio Grande do Sul, Brazilië), R. Kurtev (Universidad de Valparaíso), J.R.A. Clarke (Universidad de Valparaíso), F. Peñaloza (Universidad de Valparaíso), S.E. Sale (Universidad de Valparaíso; Pontificia Universidad Católica, Chili), D. Minniti (Pontificia Universidad Católica, Chili), J. Alonso-García (Pontificia Universidad Católica), E. Artigau (Département de Physique and Observatoire du Mont Mégantic, Université de Montréal, Canada), R. Barbá (Universidad de La Serena, Chile), E. Bica (Universidade Federal do Rio Grande do Sul), G.L. Baume (Instituto de Astrofísica de La Plata, Argentinië), M. Catelan (Pontificia Universidad Católica), A.N. Chenè (Universidad de Valparaíso; Universidad de Concepción, Chili), B. Dias (Universidade de Sao Paulo, Brazilië), S.L. Folkes (Universidad de Valparaíso), D. Froebrich (The University of Kent, VK), D. Geisler (Universidad de Concepción), R. de Grijs (Peking University, China; Kyung Hee University, Korea), M.M. Hanson (University of Cincinnati), M. Hempel (Pontificia Universidad Católica), V.D. Ivanov (European Southern Observatory), M.S.N. Kumar (Universidade do Porto, Portugal), P. Lucas (University of Hertfordshire, VK), F. Mauro (Universidad de Concepción), C. Moni Bidin (Universidad de Concepción), M. Rejkuba (European Southern Observatory), R.K. Saito (Pontificia Universidad Católica), M. Tamura (National Astronomical Observatory of Japan, Japan) en I. Toledo (Pontificia Universidad Católica).
ESO, de Europese Zuidelijke Sterrenwacht, is de belangrijkste intergouvernementele sterrenkunde-organisatie in Europa, en het meest productieve astronomische observatorium ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerp, de bouw en het beheer van krachtige grondobservatoria die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. ESO speelt ook een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op sterrenkundig gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. Ook is ESO de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste sterrenkundige project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de Europese Extremely Large optische/nabij-infrarood Telescoop (E-ELT), een telescoop van de 40-meterklasse die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.
Links
Contact
Jura Borissova
Universidad de Valparaíso
Valparaíso, Chile
Tel: +56 32 299 5550
Mobiel: +56 9 82454638
E-mail: jura.borissova@uv.cl
Richard Hook
ESO, La Silla, Paranal, E-ELT and Survey Telescopes Public Information Officer
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 3200 6655
E-mail: rhook@eso.org
Marieke Baan (Perscontact Nederland)
ESO Science Outreach Network
en NOVA Informatie Centrum
Tel: +31(0)20-5257480
E-mail: eson-netherlands@eso.org
Over dit bericht
Persberichten nr.: | eso1128nl |
Naam: | VVV Survey |
Type: | Milky Way : Star : Grouping : Cluster : Open |
Facility: | Visible and Infrared Survey Telescope for Astronomy |
Instruments: | VIRCAM |
Science data: | 2011A&A...532A.131B |