13 juli 2011
Er liggen monsters op de loer in het heelal, zwarte gaten heten ze. Alles wat daar te dichtbij komt wordt met grote kracht naar binnen gezogen zonder de kans om te ontsnappen. Het monster schrokt het op!
Niets in het heelal is sneller dan licht. Maar zelfs licht wordt opgeslokt als het te dichtbij zo’n monster komt. Daarom zijn zwarte gaten zwart. Maar het zijn niet echt gaten en ze zijn ook zeker niet leeg! Zwarte gaten zijn eigenlijk gevuld met heel veel spul dat op elkaar gedrukt zit in een ontzettend kleine ruimte.
Er bestaan ook gigantisch grote zwarte gaten. Die zijn te vinden in het centrum van de meeste sterrenstelsels. Deze reuze monsters worden ‘superzware zwarte gaten’ genoemd. Ook ons eigen sterrenstelsel – de Melkweg – heeft er een. Maar geen paniek: de aarde en onze andere planeten staan er ver genoeg vandaan en lopen daarom geen enkel gevaar!
Sterrenkundigen hadden verwacht dat ze de meeste van deze monsters zouden vinden in sterrenstelsels met normale afmetingen. Maar nieuw onderzoek laat zien dat ze juist vaak in het midden van sterrenstelsels staan die meer dan twintig keer groter zijn!
Deze verassende ontdekking betekent dat sterrenkundigen weer terug naar de ‘tekentafel’ moeten om uit te zoeken waarom ze het verkeerd hadden.
Geinig weetje: Om een heel klein zwart gat te maken moet je iets dat zo zwaar is als de aarde samendrukken tot een heel klein balletje van een paar millimeter doorsnee!