Persbericht
Meest gedetailleerde waarnemingen van materiaal dat nabij een zwart gat cirkelt
ESO’s GRAVITY-instrument bevestigt aanwezigheid van zwart gat in Melkwegcentrum
31 oktober 2018
ESO’s uiterst gevoelige GRAVITY-instrument heeft de al lang bestaande aanname dat er een superzwaar zwart gat in het centrum van de Melkweg huist verder onderbouwd. Nieuwe waarnemingen laten zien dat er gas met ongeveer 30% van de snelheid van het licht net buiten de waarnemingshorizon rondcirkelt. Het is voor het eerst dat er materiaal is waargenomen in een baan nabij het zwarte gat van waaruit er geen weg terug meer is. Nooit eerder werd materiaal dat op zo’n geringe afstand om een zwart gat cirkelt zo gedetailleerd waargenomen.
ESO’s uiterst gevoelige GRAVITY-instrument heeft de al lang bestaande aanname dat er een superzwaar zwart gat in het centrum van de Melkweg huist verder onderbouwd. Nieuwe waarnemingen laten zien dat er gas met ongeveer 30% van de snelheid van het licht net buiten de waarnemingshorizon rondcirkelt. Het is voor het eerst dat er materiaal is waargenomen in een baan nabij het zwarte gat van waaruit er geen weg terug meer is. Nooit eerder werd materiaal dat op zo’n geringe afstand om een zwart gat cirkelt zo gedetailleerd waargenomen.
Het GRAVITY-instrument van ESO’s Very Large Telescope (VLT)-interferometer is door wetenschappers van een consortium van Europese instituten, waaronder ESO zelf [1], ingezet om infraroodstraling waar te nemen die afkomstig is van de accretieschijf rond Sagittarius A* – het massarijke object in het hart van de Melkweg. De opvlammingen die dit materiaal vertoont verschaffen de langverwachte bevestiging dat het object in het centrum van onze Melkweg een superzwaar zwart gat is. De opvlammingen zijn afkomstig van materiaal dat heel dicht bij de waarnemingshorizon rond het zwarte gat cirkelt. Dat maakt dit tot de meest gedetailleerde waarnemingen van materiaal dat in de nabijheid van een zwart gat rondcirkelt.
Hoewel een deel van de materie in de accretieschijf – de gordel van gas die met relativistische snelheden om Sagittarius A* beweegt [2] – veilig om het zwarte gat kan cirkelen, is alles wat te dichtbij komt gedoemd om voorbij de waarnemingshorizon te worden getrokken. De kleinste afstand tot het zwarte gat waarop materiaal kan rondcirkelen zonder onherroepelijk naar binnen getrokken te worden door de kolossale massa, wordt de binnenste stabiele baan genoemd. Dat is de plek waar de waargenomen opvlammingen hun oorsprong vinden.
‘Het is verbluffend om werkelijk te zien hoe materiaal met 30 procent van de snelheid van het licht om een kolossaal zwart gat cirkelt’, zegt een verbaasde Oliver Pfuhl, wetenschapper van het Max-Planck-Institut für extraterrestrische Physik (MPE) in Garching, Duitsland. ‘De enorme gevoeligheid van GRAVITY heeft ons in staat gesteld de accretieprocessen ongekend gedetailleerd in real time waar te nemen.’
Deze metingen waren alleen mogelijk dankzij internationale samenwerking en geavanceerde apparatuur [3]. Het GRAVITY-instrument dat dit werk mogelijk heeft gemaakt, combineert het licht van vier telescopen van ESO’s VLT om een ‘supertelescoop’ met een diameter van 130 meter na te bootsen, en werd al eerder gebruikt om de aard van Sagittarius A* te onderzoeken.
Eerder dit jaar hebben GRAVITY en SINFONI, een ander instrument van de VLT, hetzelfde team in staat gesteld om nauwkeurige metingen te doen van de snelheid van de ster S2, terwijl deze door het extreme zwaartekrachtveld van Sagittarius A* scheerde. Daarbij werden voor het eerst de effecten waargenomen zoals Einsteins algemene relativiteitstheorie die voor zo’n extreme omgeving voorspelde. Tijdens de scheervlucht van S2 werd ook een sterke emissie van infraroodstraling waargenomen.
‘We hielden S2 nauwgezet in de gaten en letten daarbij natuurlijk ook op Sagittarius A*’, legt Pfuhl uit. ‘Tijdens onze waarnemingen hadden we het geluk om drie heldere opvlammingen rond het zwarte gat op te merken – het was een gelukkig toeval!’
Deze emissie, afkomstig van energierijke elektronen nabij het zwarte gat, was zichtbaar als drie opvallende heldere opvlammingen en zijn exact in overeenstemming met theoretische voorspellingen van de hotspots zoals die rond een zwart gat van vier miljoen zonsmassa’s zouden ontstaan [4]. Aangenomen wordt dat de opvlammingen worden veroorzaakt door magnetische interacties in het zeer hete gas dat op geringe afstand om Sagittarius A* cirkelt.
Onderzoeksleider Reinhard Genzel van het MPE legt uit: ‘Dit was altijd een van onze droomprojecten, maar we durfden niet te hopen dat het zo snel zou slagen.’ Verwijzend naar de al lang bestaande aanname dat Sagittarius A* een superzwaar zwart gat is, concludeert Genzel dat ‘het resultaat een overduidelijke bevestiging is van het zware-zwarte-gat-paradigma.’
Noten
[1] Dit onderzoek is uitgevoerd door wetenschappers van het Max-Planck-Institute für extraterrestrische Physik (MPE), het Observatoire de Paris, de Université Grenoble Alpes, CNRS, het Max-Planck-Institut für Astronomie, the Universität zu Köln, het Portugese CENTRA – Centro de Astrofisica e Gravitação en ESO.
[2] Relativistische snelheden zijn snelheden die zo groot zijn dat de effecten van Einsteins relativiteitstheorie merkbaar worden. In het geval van de accretieschijf rond Sagittarius A*, beweegt het gas met ruwweg 30% van de lichtsnelheid.
[3] GRAVITY is ontwikkeld door een samenwerkingsverband van het Max-Planck-Institut für extraterrestrische Physik (Duitsland), LESIA van het Observatoire de Paris–PSL/CNRS/Sorbonne Université/Univ. Paris Diderot en IPAG van Université Grenoble Alpes/CNRS (Frankrijk), het Max-Planck-Institut für Astronomie (Duitsland), de Universität zu Köln (Duitsland), CENTRA-Centro de Astrofisica e Gravitação (Portugal) en ESO.
[4] De zonsmassa is een astronomische eenheid. Hij komt overeen met de massa van de meest nabije ster – onze zon – en heeft een waarde van 1,989 × 1030 kg. Dat betekent dat Sagittarius A* 1,3 biljoen keer zo veel massa heeft als de aarde.
Meer informatie
De resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd in het artikel ‘Detection of Orbital Motions Near the Last Stable Circular Orbit of the Massive Black Hole SgrA*’, door de GRAVITY Collaboration, dat op 31 oktober 2018 in het tijdschrift Astronomy & Astrophysics wordt gepubliceerd.
Het team van de GRAVITY Collaboration bestaat uit: R. Abuter (ESO, Garching, Duitsland), A. Amorim (Universidade de Lisboa, Lisbon, Portugal), M. Bauböck (Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics, Garching, Duitsland [MPE]), J.P. Berger (Univ. Grenoble Alpes, CNRS, IPAG, Grenoble, Frankrijk [IPAG]; ESO, Garching, Duitsland), H. Bonnet (ESO, Garching, Duitsland), W. Brandner (Max Planck Institute for Astronomy, Heidelberg, Duitsland [MPIA]), Y. Clénet (LESIA, Observatoire de Paris, PSL Research University, CNRS, Sorbonne Universités, UPMC Univ. Paris 06, Univ. Paris Diderot, Meudon, Frankrijk [LESIA])), V. Coudé du Foresto (LESIA), P. T. de Zeeuw (Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden, Leiden, Nederland; MPE), C. Deen (MPE), J. Dexter (MPE), G. Duvert (IPAG), A. Eckart (University of Cologne, Cologne, Duitsland; Max Planck Institute for Radio Astronomy, Bonn, Duitsland), F. Eisenhauer (MPE), N.M. Förster Schreiber (MPE), P. Garcia (Universidade do Porto, Porto, Portugal; Universidade de Lisboa Lisboa, Portugal), F. Gao (MPE), E. Gendron (LESIA), R. Genzel (MPE; University of California, Berkeley, California, USA), S. Gillessen (MPE), P. Guajardo (ESO, Santiago, Chili), M. Habibi (MPE), X. Haubois (ESO, Santiago, Chili), Th. Henning (MPIA), S. Hippler (MPIA), M. Horrobin (University of Cologne, Cologne, Duitsland), A. Huber (MPIA), A. Jimenez Rosales (MPE), L. Jocou (IPAG), P. Kervella (LESIA; MPIA), S. Lacour (LESIA), V. Lapeyrère (LESIA), B. Lazareff (IPAG), J.-B. Le Bouquin (IPAG), P. Léna (LESIA), M. Lippa (MPE), T. Ott (MPE), J. Panduro (MPIA), T. Paumard (LESIA), K. Perraut (IPAG), G. Perrin (LESIA), O. Pfuhl (MPE), P.M. Plewa (MPE), S. Rabien (MPE), G. Rodríguez-Coira (LESIA), G. Rousset (LESIA), A. Sternberg (School of Physics and Astronomy, Tel Aviv University, Tel Aviv, Israel, Center for Computational Astrophysics, Flatiron Institute, New York, USA), O. Straub (LESIA), C. Straubmeier (University of Cologne, Cologne, Duitsland), E. Sturm (MPE), L.J. Tacconi (MPE), F. Vincent (LESIA), S. von Fellenberg (MPE), I. Waisberg (MPE), F. Widmann (MPE), E. Wieprecht (MPE), E. Wiezorrek (MPE), J. Woillez (ESO, Garching, Germany), S. Yazici (MPE; University of Cologne, Cologne, Duitsland).
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en verreweg de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door zestien lidstaten: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland, en door gastland Chili en strategisch partner Australië. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT) en haar toonaangevende Very Large Telescope Interferometer, evenals twee surveytelescopen – VISTA, die in het infrarood werkt, en de op zichtbare golflengten opererende VLT Survey Telescope. ESO speelt tevens een belangrijke partnerrol bij twee faciliteiten op Chajnantor, APEX en ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. En op Cerro Armazones, nabij Paranal, bouwt ESO de 39-meter Extremely Large Telescope, de ELT, die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.
Links
Contact
Oliver Pfuhl
Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 30 000 3295
E-mail: pfuhl@mpe.mpg.de
Jason Dexter
Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 30 000 3324
E-mail: jdexter@mpe.mpg.de
Thibaut Paumard
CNRS Researcher
Observatoire de Paris, France
Tel: +33 145 077 5451
E-mail: thibaut.paumard@obspm.fr
Xavier Haubois
ESO Astronomer
Santiago, Chile
Tel: +56 2 2463 3055
E-mail: xhaubois@eso.org
IR Group Secretariat
Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 30000 3880
E-mail: ir-office@mpe.mpg.de
Hannelore Hämmerle
Public Information Officer, Max Planck Institute for Extraterrestrial Physics
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 30 000 3980
E-mail: hannelore.haemmerle@mpe.mpg.de
Calum Turner
ESO Public Information Officer
Garching bei München, Germany
Tel: +49 89 3200 6670
E-mail: pio@eso.org
Rodrigo Alvarez (press contact België)
ESO Science Outreach Network
en Planetarium, Royal Observatory of Belgium
Tel: +32-2-474 70 50
E-mail: eson-belgië@eso.org
Over dit bericht
Persberichten nr.: | eso1835nl-be |
Naam: | Sagittarius A* |
Type: | Milky Way : Galaxy : Component : Central Black Hole |
Facility: | Very Large Telescope |
Instruments: | GRAVITY |
Science data: | 2018A&A...618L..10G |