Mededeling
ELT-instrument METIS bereikt ontwerp-mijlpaal
5 juni 2020
METIS, de krachtige camera en spectrograaf die bedoeld is voor ESO’s Extremely Large Telescope (ELT), is geslaagd voor zijn Preliminary Design Review in het ESO-hoofdkwartier in Garching, Duitsland. METIS, de afkorting van Mid-infrared ELT Imager and Spectrograph, zal de reusachtige hoofdspiegel van de telescoop volledig benutten om een breed scala van wetenschappelijke onderwerpen te onderzoeken – van objecten in ons zonnestelsel tot verre actieve sterrenstelsels. METIS is uitermate geschikt om de levensloop van sterren te onderzoeken, van babysterren en hun planeetvormende schijven tot oudere sterren die het einde van hun bestaan naderen.
De ELT zal op het moment dat hij halverwege dit decennium bedrijfsklaar is, de grootste optische tot mid-infrarood-telescoop op aarde zijn. Met zijn 39 meter grote hoofdspiegel en geavanceerde adaptieve optische systeem zal hij een zes keer hogere resolutie hebben dan de James Webb Space Telescope. Dankzij deze buitengewone telescoop en zijn adaptieve optiek zal METIS de structuur en samenstelling van kosmische objecten met revolutionaire precisie kunnen vaststellen.
Naar verwachting zal METIS onder meer belangrijke bijdragen kunnen leveren aan een van de meest dynamische en spannende onderzoeksterreinen van de astronomie, voor zowel wetenschappers als het publiek: de exoplaneten. Het instrument zal in staat zijn om de temperatuur, het weer en seizoensveranderingen in de atmosferen van tal van reuzenplaneten bij andere sterren te bestuderen. Bovendien heeft METIS het vermogen om aarde-achtige exoplaneten bij de meest nabije sterren rechtstreeks te detecteren en, in gunstige gevallen, ook hun atmosferische samenstelling te onderzoeken.
Nu dat het instrument is geslaagd voor zijn Preliminary Design Review, zal het METIS-consortium zijn ontwerp verder uitwerken, voordat de bouw van het instrument kan beginnen.
Meer informatie
Het METIS-consortium bestaat uit NOVA (Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie, vertegenwoordigd door de Universiteit Leiden), het Max-Planck-Institut für Astronomie (MPIA, in Heidelberg, Duitsland), de Universiteit van Keulen (Duitsland), het UK Astronomy Technology Centre (UKATC, in Edinburgh, Schotland, VK), de KU Leuven (België), het Saclay Nuclear Research Centre (CEA Saclay, Frankrijk), het Center for Astrophysics and Gravitation (CENTRA, Universiteit vanLissabon, Portugal), ETH Zürich (Zwitserland), A* (een Oostenrijks samenwerkingsverband, vertegenwoordigd door de Universiteit van Wenen, de Universiteit van Innsbruck, de Universiteit vanGraz, de Universiteit van Linz en RICAM Linz, de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen), de Universiteit van Michigan te Ann Arbor (VS), Academia Sinica Institute of Astronomy and Astrophysics in Taipei (Taiwan) en de Université de Liège (België), met bijdragen van ESO.
Links
Over de Mededeling
Id: | ann20016 |